Ons onderwijs en de manier van omgaan met kinderen is gebaseerd op de theorie van professor Luc
Stevens. De actieve leerling en zijn ontwikkeling staan centraal. Het onderwijsaanbod is uitdagend
en afgestemd op de behoefte van de leerlingen.Een kind kan, met steun en begeleiding van ouders
en leerkrachten, zelf de verantwoordelijkheid (leren) nemen voor zijn ontwikkeling.
SBO Merlijn werkt vanuit drie psychologische basisbehoeften: competentie, relatie (of
verbondenheid) en autonomie. Behoefte aan competentie wil zeggen dat kinderen zich het best
ontwikkelen als ze bezig zijn met taken die passen bij de fase van hun ontwikkeling, waarin ze zich
bevinden. Kinderen zijn prima in staat dat zelf aan te geven en willen graag laten zien dat ze dingen
goed kunnen. Bij relatie (of verbondenheid) denken we aan de relatie tussen begeleider en kind, de
relaties tussen de kinderen onderling en de relatie van het kind met de wereld om hem heen. Op
basis van vertrouwen moet deze relatie stimulerend zijn voor het leerproces van het kind.
Autonomie gaat over het zelfbeschikkingsrecht van het kind: ‘Wat wil ik leren en hoe ga ik dit
bereiken?’ Dit betekent voor begeleiders dat zij goed luisteren naar de kinderen en voor elk kind
apart een leerroute samenstellen. Het betekent niet dat de leerlingen alleen bezig zijn met wat ze
zelf willen leren. Dat kan een kind onvoldoende overzien. Begeleiders hebben de
verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de kinderen het nodige leren. Zij hebben een
sturende en stimulerende rol.